ANWB verwacht minder wintersporters
Uitgegeven: 13 november 2003 19:18
DEN HAAG - De ANWB rekent op 5 procent minder wintersporters
dit wintervakantieseizoen (2003 - 2004). Vorig jaar gingen er nog
circa 1,2 miljoen Nederlanders op vakantie naar de sneeuw.
Reisorganisaties klagen al enkele jaren over een afnemende
belangstelling voor wintersportbestemmingen.
"Dit jaar zal de economisch mindere periode van enige invloed
zijn", aldus een woordvoerder van de ANWB donderdag.
"Wintersporten is toch een relatief dure vakantie, zeker omdat de
winterzonvakanties elk jaar prijstechnisch aantrekkelijker
worden."
Desondanks gelooft de ANWB dat de wintersportvakantie niet uit
de gratie raakt. "Het is namelijk een hele trouwe groep
vakantiegangers van 1,1 tot 1,2 miljoen, die elk jaar weer naar
dezelfde plaats terugkeren om te gaan skiën", meent de zegsman.
Volgens de woordvoerder van de ANWB bestaat de kans dat er later
in het seizoen toch meer mensen naar de sneeuw afreizen. Hij wijst
erop dat een jaar geleden hele slechte sneeuw op de Europese pistes
lag tijdens de kerst. "Misschien dat dit jaar mensen hebben
besloten eerst af te wachten hoeveel sneeuw er valt voordat ze gaan
boeken."
Oostenrijk favoriet
In de topvier van bestemmingen zal deze winter weinig
veranderen, verwacht de ANWB. Oostenrijk blijft voor bijna 50
procent van de vakantiegangers de meest favoriete
wintersportomgeving. Frankrijk is goede tweede, Zwitserland staat
op drie en Duitsland op vier. Na deze topvier strijden Italië en
Tsjechië om de vijfde plaats.
Driekwart van de skiërs reist met de auto en circa 15 procent
met de bus. Daarnaast meldt de ANWB dat dit seizoen meer treinen
rijden naar wintersportbestemmingen.
Aangeboden door:
verzekering winkel/Reizen/Reizen htm
tsjechie nieuws (2)
Tsjechië vertoont naar ouderdom als naar vorm zeer verschillende landschapsvormen. Het landschap wordt gekenmerkt door een opeenvolging van bekkenvormige laagvlaktes die door gebergtes van elkaar worden gescheiden. Deze landschappen zijn in drie hoofdgroepen te verdelen: De bekkens en gebergten van het Boheemse massief.
Dit massief is een geplooid gebied dat de Boheemse laagvlakte in een wijde boog omsluit. Dit massief omvat in het noorden het Sudetengebergte met als hoogste top de Schneekoppe of Snežka (1603 meter) in het Reuzengebergte. Het Reuzengebergte is tevens een Nationaal Park en overwegend begroeid met naaldbomen. De bron van de rivier de Elbe (Labe) is ook te vinden in het Reuzengebergte.
Ten westen hiervan ligt het Ertsgebergte of Krušné hory (hoogste top Klínovec, 1603 meter), dat de noordwest- en noordgrens met Duitsland markeert en rijk is aan delfstoffen, o.a. bruinkool. Aan de voet hiervan ligt het vulkanische Duppauergebergte (Doupovské hory) met veel minerale bronnen, die de aanleiding zijn geweest tot het ontstaan van de Tsjechische kuuroorden. Richting zuidoosten ligt het Fichtelgebergte en het Boheemse Woud, gemiddeld ca. 1150 meter hoog met als hoogste top de Javor met 1330 meter.
De Boheemse laagvlakte bestaat in het zuiden uit het lage massief van Zuid-Bohemen en o.a. het Luschnitzer bekken. Door de Boheemse laagvlakte stromen een aantal rivieren, waarvan de Moldau (Vlava) de bekendste is. Ten noordwesten hiervan ligt het heuvellandschap van het Brdawoud (tot 850 meter hoog) en de heuvellandschappen van Noordwest-Bohemen. In het oosten wordt Bohemen van Moravië gescheiden door de Moravische hoogten (tot 660 meter hoog).
Aan de voet van Jizerské hory ligt het Boheems Paradijs (Cesky raj), een natuurgebied met grillige zandsteenrotsen. Vlak bij Praag ligt de Tsjechische Karst (Cesky kras), een gebied dat bekend is om zijn druipsteengrotten. De Silezisch-Moravische corridor
Dit is een licht geaccidenteerd gebied tussen het Boheemse en het Moravische deel dat bestaat uit sedimenten en vulkanische gesteenten.
Moravië is over het algemeen betrekkelijk vlak met lage bergen en heuvels van het Boheems-Moravisch Hoogland in het westen. De bekkens en gebergten van het jongere plooiingsgebergte in Moravië, deel uitmakend van het westelijk deel van de Karpaten.
De landschappen van Moravië vallen samen met de Witte en Kleine Karpaten.
De rivier de Morava loopt van het noorden naar het zuiden en mondt in de Donau uit. Door de rivier is een breed dal ontstaan.
Ten noorden van Brno ligt een bekend kalksteengebied met veel druipsteengrotten, onderaardse meertjes en rivieren, de Moravische Karst (Moravsky kras)
Rivieren en meren
De Boheems-Moravische hoogten, het Jeseníkygebergte en de Karpaten vormen een natuurlijke waterscheiding tussen de stroomgebieden van rivieren waarvan de loop aan de ene kant is gericht op de Noord- en de Oostzee en aan de andere kant op de Zwarte Zee. De Labe (Elbe), Vltava (Moldau), Sázava, Orlice, Jizera, Otava, Berounka en Ohre (Eger) voeren water uit het Boheemse bekken naar de Noordzee af.
Het water van de Lužická Nisa (Neisse) en de Odra (Oder) stroomt naar de Oostzee. De Morava (March), Dyje, Svratka en de Jihlava monden uit in de Donau, die naar de Zwarte Zee stroomt. Tsjechië heeft niet zoveel natuurlijke meren; het zijn voornamelijk door morenes opgestuwde meren in de gebergten (Šumava). Het grootste kunstmatige meer is het Rožmberk-meer, gemaakt in 1590 en ca. 500 ha groot.
De talloze, meest middeleeuwse kleine stuwmeertjes, rybník geheten, liggen voornamelijk in Zuid-Bohemen en beslaan samen een oppervlakte van 415 km2. Er zijn vele moderne stuwmeren, voornamelijk in de Vltava en het grootste stuwmeer is het Lipno-meer.
Aangeboden door:
koopsom
en
nieuws over cursussen
 
Terug naar Fortunecity vakanties